Christliche eCards mit Bibelverse: C-Cards

Zie, gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, liefelijk;

HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.

Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.

Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms;
verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.

En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat.

En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

O Heere, hoor! o Heere, vergeef! o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd.

Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered.

Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw.

Maar Gij, HEERE! wees niet verre, mijn Sterkte! haast U tot mijn hulp.

Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.

Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid

En Hij zeide tot hen: Ik heb grotelijks begeerd, dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde.

En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren.

Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.

Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard,
dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld,
opdat wij zouden leven door Hem.

Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.

Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten,
bind ze aan uw hals, schrijf ze op de tafel uws harten.

En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.

Doch nu, HEERE! Gij zijt onze Vader;
wij zijn leem, en Gij zijt onze pottenbakker,
en wij allen zijn Uwer handen werk.

Ik ben met Christus gekruist en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.

Zie, gij zijt schoon!
Gij hebt mij het hart genomen, met een van uw ogen.
Hoe schoon is uw uitnemende liefde.

En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.